Op donderdag 13 maart 2025, de vierde dag van de CSW, mag ik de bijeenkomst van het internationale High-Level Network dat zicht richt op gender-responsive policing bijwonen. Ik ben iets te vroeg in de ruimte onder in het VN-gebouw en ga voorzichtig op de achterste rij stoelen zitten. Een aantal commissarissen en politieofficieren komen binnen in uniform. Ik herken de Nederlandse politie-uniformen, de Chileense uniformen zijn groen. Het Koninkrijk der Nederlanden, Chili en Senegal zijn de drie landen die als pioniers het Netwerk leiden. De vergadering wordt geopend en er blijken wel 10 verschillende politiecommissarissen online aanwezig om iets te delen over de situatie en ervaringen in hun land rondom gender-responsive policing.
In deze eerste vergadering van het Netwerk spreken landen uit om zich aan de missie van het Netwerk te committeren en worden hun Terms of Reference (TOR) aangenomen. Als buitenstaander voelt het als een belangrijk moment om gezamenlijk met andere landen de toewijding uit te spreken om binnen dezelfde voorwaarden te werken aan gender-responsive policing. Tegelijkertijd weet ik ook dat veel landen hier al jaren aan werken.
Gender-responsive policing
Gender-responsive policing gaat uit van het principe dat er gezorgd wordt dat iedereen, inclusief alle gemarginaliseerde groepen, gelijk behandeld worden door de politie én binnen het politiesysteem. Er moet binnen de politie gelijke kansen worden gecreëerd om door te groeien, met daarbij de mogelijkheid om elke rol te bekleden ongeacht of je als man, of vrouw, of non-binair bij de politie werkt. Het toewerken naar een politie eenheid die bestaat uit 50% vrouwen kan impact hebben op het bestrijden van alle vormen van misdaad. Het is dan ook belangrijk om na te streven dat op alle afdelingen en in alle posities een aandeel vrouwen werken. Er bestaat sinds januari 2021 een ‘UN Women Handbook on Gender-Responsive Police Services for Women and Girls Subject to Violence’, mede ontwikkeld door leden van de International Association of Women Police (IAWP). De IAWP is betrokken bij de implementatie van dat handboek.
Er wordt aan de start van de bijeenkomst aangekondigd dat er weinig tijd zal zijn voor vragen of opmerkingen, omdat sprekers uit zeven verschillende landen hebben aangegeven iets te willen delen over gender-responsive policing in hun land. Eerst spreekt Kalliopi Mingeirou, van UN Women namens de deputy director, over het belang van gender-responsive policing. Negen maanden geleden is het Netwerk opgezet en ze zien al vooruitgang. Meer dan 16 lidstaten zijn onderdeel van het Netwerk. Ze noemt onder andere Albanië, Oostenrijk, Brazilië, Finland, IJsland, Noorwegen, Spanje en Zweden. Nog een aantal andere landen hebben aangegeven dat ze interesse hebben om zich bij het Netwerk te voegen. Dit Netwerk is belangrijk vanwege de alarmerende hoge cijfers van geweld tegen vrouwen en meiden. Zo laten cijfers over femicide zien dat er wereldwijd elke dag 140 vrouwen en meisjes worden vermoord door iemand die ze kennen. Kalliopi Mingeirou spreekt van kansen om binnen het Netwerk de good practices te versterken en het belang van survivor centered approaches. Dit, zodat re-traumatisering en stigma niet optreden na het meemaken van geweld, als iemand naar en door het rechtssysteem gaat om hulp of steun te krijgen. Als laatste roept Mingeirou op tot meer vrouwen in de politiesector.
De volgende spreker uit Senegal, Général Jean Baptiste TINE van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Openbare Veiligheid, heeft een videoboodschap ingestuurd. Hij vertelt hoe ze in Senegal vrouwen in leiderschapsposities willen zetten om sociale en economische transformaties in Senegal te bewerkstelligen. Het integreren van gender in beleid, en ook veiligheid voor vrouwen en meisjes, is een stap die daarbij hoort. Binnen de richtlijnen van beleid dat rekening houdt met gender zit ook een commitment om gendergelijkheid op alle niveaus, diensten en commissies te realiseren. Hij spreekt van ‘a vision to have national police where specific needs of men and women are taken into account at every level’. De samenwerking en uitwisseling tussen Senegal, Chili en het Koninkrijk der Nederlanden wil hij volhouden.
Vanuit het Koninkrijk der Nederlanden spreekt de commissaris Janny Knol als korpschef van de Nationale Politie. In haar introductie schetst ze een beeld van de Nederlandse politie. In Nederland is er namelijk een traditioneel mannen gedomineerde politiecultuur zichtbaar: van 12% vrouwen in 1995 naar meer dan 40% vrouwen in 2025. Daarbij is 45% van het korpsmanagementteam én 39% van alle leidinggevenden vrouw. Knol benadrukt het belang van deze uitwisseling en dat ‘gender responsive policing should be an objective, not just for national police organisations, but for all international police.’ Janny Knol haalt de urgente problematiek rondom femicide aan, en benadrukt dat de cijfers van huiselijk geweld (zo ook specifiek van seksueel- en partnergeweld) vaak hoger liggen, dan degene die bekend zijn, omdat veel van dit geweld niet wordt gemeld uit schaamte en angst. Ze geeft aan dat we een brede aanpak nodig hebben voor gender-responsive policing. Dit betekent niet alleen toewijding van de politie, maar van de hele samenleving. Naast het feit dat vrouwen en meisjes slachtoffer zijn, worden ook jongens en transgender personen genoemd die bijvoorbeeld in de seksindustrie werken. Ook pleit Knol dat seksueel gendergerelateerd geweld zoals verkrachting in een oorlog moet worden onderzocht als internationale misdaden.
In het tweede gedeelte van de bijeenkomst, na het aannemen van de Terms of Reference met de slag van een hamer en een applaus, krijgen de zeven lidstaten tijd om kort te presenteren wat zij in hun land doen aan gender-responsive policing. Hier volgt kort de inzet en ambitie die zijn gedeeld in de presentaties van een aantal van deze lidstaten.
Multidisciplinaire teams
Sanne Heikinheimo, adjunct politiecommissaris uit Finland, laat een best practice zien waarbij de nadruk wordt gelegd op de samenwerking met autoriteiten en NGO’s die van groot belang is. Zij werken nauw samen. Het project dat wordt gepresenteerd heet SERI – support centers for victims of sexual violence dat is 2017 is opgezet en nu in totaal 25 centra in het land behelst. Hier werken bijvoorbeeld multidisciplinaire teams samen om slachtoffers te interviewen, ze worden samen getraind om de rollen en doelen van andere partijen, organisaties en autoriteiten te begrijpen, er is multiprofessionele coördinatie en er is een rape investigation kit ontwikkeld. Ze hadden eerst ondersteuning voor slachtoffers vanaf 16 jaar, maar nu ook een tiener sensitieve aanpak om jongeren van 12 jaar te helpen.
Psychosociale ondersteuning op politiebureaus
Er zijn twee sprekers uit Frankrijk. Dit is de directeur van het kantoor dat verantwoordelijk is voor het uitvoeren van de nationale plannen op het gebied van veiligheid (WPS) Nathalie Pilhes. Sinds 2021 zijn zij bezig met gender-responsive policing. Haar bijdrage is een thema voor de komende jaren: cyberbullying tegen vrouwen. Dit is een globaal fenomeen en is gericht op de helft van de bevolking. Zij beschrijft een link tussen online radicalisatie en cyberpesten wat moeilijk te herkennen, achterhalen en te bestrijden is omdat het in vele vormen voorkomt.
De tweede spreker is de politiecommissaris Charlotte Huntz en draagt twee best practices aan. De eerste is dat er in politiestations voor slachtoffers van geweld ook psycho-sociale ondersteuning beschikbaar is. Maatschappelijk werkers zijn sinds 2019 beschikbaar om hen te begeleiden bij de politiebureaus. Er zijn ook onderzoekers die de juridische aanklachten verwerken, met daarbij psychologische ondersteuning of financiële steun en zorg. Hier is nu financiering voor op lange termijn. Het tweede voorbeeld is dat er meer locaties zijn waar vrouwen een aanklacht kunnen indienen. Vaak zijn slachtoffers bang om naar de politie te gaan, zij noemt dit de ‘go-towards approach’ (vertaald uit het Frans). Veel vrouwen hebben een plek nodig waar ze zich comfortabel genoeg voelen om hun aangifte te doen. Er is een digitaal platform waar slachtoffers kunnen chatten met de politie voordat ze door het hele politie systeem hoeven.
Uitdaging diversiteit binnen de politie
De adjunct politiecommissaris uit Noorwegen, Tone Vangen, geeft aan dat zij een lange termijn focus hebben op het rekruten van vrouwen binnen de politie. Daarnaast zijn ze ook al meerdere jaren inclusief voor lhbtiq+ personen. Steeds meer politiestudenten zijn vrouw en Tone Vangen ziet het belang van diversiteit in gender-responsive policing. Maar, zij ziet ook dat er veel uitdagingen zijn om diversiteit in te zetten en de juiste officieren de juiste plekken laten bekleden. Twee grote problemen blijft ze tegenkomen: hoe kunnen zij het aantal vrouwelijke officieren die ook operationeel werken verhogen van 17%, en hoe kunnen ze participatie van vrouwen in leiderschapsposities verhogen dat nu staat op 28%.
Politiebureaus voor vrouwen in Brazilië
Uit Brazilie spreekt de directeur van het kantoor voor openbare veiligheid Isabel Seixas de Figueiredo over hun best practice. In 2024 kwamen er in Brazilie vier femicides per dag voor, dit is een te hoog aantal. Zij hebben gespecialiseerde politiestations voor vrouwen geopend die heten DEAMs. 70% onderzoekt de misdaden van femicide. De resultaten is dat er een verlaging in het aantal femicides zichtbaar is en een vergroting van de effectiviteit van de ‘Maria da Penha Law’ die sinds 2006 bestaat en inzet om geweld tegen vrouwen te voorkomen, bestrijden en uit te bannen.
Aandeel vrouwen bij de politie
Uit IJsland spreekt de adjunct politiecommissaris van de nationale politie Sigriour Gudjonsdottir. Zij legt uit dat ze een survivor centred policing uitvoeren en zich richten op de service die ze bieden: hun cliënten hebben verschillende genders en kunnen uit een gemarginaliseerde groep komen. Ze is trots op het feit dat er nu voor het eerst 50/50 vrouwen en mannen zijn gestart bij de politie academie, maar dat het nodig is dat ook personen uit andere regio’s en gemeenschappen zich aanmelden. Ze merken door hun inzet en aanpak van gender gerelateerd geweld dat er een hoger percentage is van gerapporteerd geweld. Ze merkt wel dat er culturele weerstand is, het veranderen van een politiecultuur kost tijd. Ze benadrukt ‘the biggest threat is not organized crime or other threats, its at home’. Gender gerelateerd geweld binnenshuis komt het meeste voor van al het geweld.
De laatste sprekers komen uit Spanje, die op de valreep nog hun verhaal konden delen. De eerste spreker is van de Civiele Garde, Mercedes González Fernández. Ook zij zorgt graag dat aandeel vrouwen (female presence) in de Civiele Garde wordt aangemoedigd en vergroot. Dit wordt op het hoogste niveau van besluitvorming gedaan. Gender gerelateerd geweld is van belang, en daarvoor is training en kwaliteit belangrijk. De tweede spreker van de nationale politie in Spanje benadrukt de inzet van alle politie eenheden, en ziet een plek voor gelijke behandeling in mensenrechten. Gelijkheid en gelijke behandeling is net zo belangrijk als het vechten tegen georganiseerde misdaad en terrorisme. Zij werken vanuit een gender gerelateerd geweld protocol om geweld te voorkomen. De uitdaging waar zij nog tegenaan lopen is om meer vrouwelijke politie in leidende posities te krijgen.
De ervaringen uit deze verschillende landen laten een belangrijke motivatie zien om de rol van de politie gendersensitief in te richten en zo geweld tegen vrouwen en meisjes te verlagen. Voor de samenwerking met organisaties uit het maatschappelijk middenveld in Nederland is het belangrijk dat de Nederlandse politie aangeeft dat geweld tegen vrouwen en meisjes, gender gerelateerd geweld, urgent is en prioriteit moet krijgen. De verschuiving die IJsland benoemd is daarin belangrijk: het geweld dat in huis wordt gepleegd is veel omvangrijker dan georganiseerde misdaad. Het beleid en de strategie die voortkomen uit gender-responsive policing is daarin belangrijk.
Door Britt Myren, Atria
Comments