GENDERNET, het netwerk van genderdeskundigen, heeft samen met de statische afdeling van de OECD-DAC de 'Gender Equality Policy Marker' ontwikkeld. Dit instrument traceert de hoeveelheid geld die bilaterale donoren alloceren aan activiteiten gericht op gender gelijkheid en empowerment van vrouwen. Het wordt inmiddels bijna tien jaar toegepast. Tijdens de CSW presenteerde GENDERNET het nieuwe rapport met de cijfers over 2005 en 2006.
Zestien van de 23 leden gebruiken het instrument. Tot nog toe wordt het alleen toegepast op de sectorale budgetten van de bilaterale donoren. Die zijn in zes categorieën onderverdeeld: onderwijs, gezondheid- en bevolkingsprogramma's, andere sociale infrastructuur, economische infrastructuur, productie, multi-sectorale programma's. De budgetten voor noodhulp, schuldenverlichting, algemene budget steun, mulitalerale organisaties en NGO's worden nog niet gescreend. Er is een progressieve trend: een steeds groter deel van de sectorale bilaterale hulp wordt gescreend - in 2005 en 2006 per jaar ongeveer 26 miljard dollar van het totaal 53,8 miljard bilaterale sectoral hulp. Van de 26 miljard dollar werd 8,5 miljard besteed aan activiteiten die gender gelijkheid als expliciete en primaire doelstelling hadden of als belangrijk secundaire doelstelling. Dat laatste zou je gender mainstreaming kunnen noemen. Voor de OECD-DAC in zijn geheel zou dus zo'n 15 procent van de bilaterale sectorale hulp bijdragen aan gender gelijkheids doelstellingen. Over de periode 1999 - 2003 was dit nog 11 procent. Of er inderdaad meer geld naar gender gelijkheid gaat is hiermee nog niet bewezen. Het kan ook zijn dat er meer hulp beter gescreend wordt. In ieder geval was men het er over eens dat peer pressure werkt.
Uit de presentaties van Duitsland en Denemarken tijdens de bijeenkomst bleek dat de 'Gender Equality Policy Marker' ingezet wordt om de gender prestaties van ambtenaren op het Ministerie en de ambassades te beoordelen. Zo worden in Duitsland project aanvragen die negatief scoren op de Gender Equality Policy Marker niet goedgekeurd, maar verplicht doorgestuurd naar de gender afdeling van het Ministerie voor herbeoordeling. In Denemarken wil men verder gaan en ook de hulp aan NGO's en multilateralen screenen met de Gender Equality Policy Marker. Alleen met een volledige nulmeting kan Denemarken het tijdens de CSW uitgesproken voornemen waarmaken om de hulp aan gelijkheid en empowerment te verdubbelen in de periode 2008 - 2010.
Vanaf 2005 wordt ook de specifieke steun aan 'women's equality organisations and institutions' (steun aan vrouwenorganisaties en de nationale machineries) apart vermeld in de categorie andere sociale infrastructuur.
Nederland screent alle sectorale bilaterale hulp. In 2005 en 2006 heeft 29 procent daarvan gender gelijkheid als primaire of secundaire doelstelling. Dit wordt vooral besteed binnen de sectoren onderwijs en gezondheid- en bevolkingsprogramma's. Tien miljoen dollar ging naar vrouwenorganisaties en -instituties. Gezien de voornemens van Minister Koenders, ook verwoord in de verklaring van de Nederlandse regering vandaag, zal Nederland naar verwachting beter scoren in het volgende OECD-DAC rapport.
Ook hier loopt ontwikkelingsamenwerking vooruit op de andere departmenten.
Als het mogelijk is om bestedingen aan gender equality en gender mainstreaming in ontwikkelingshulp te traceren , dan moet dat toch ook mogelijk zijn bij de budgetten van overige departementen, provincies en gemeenten? We zijn benieuwd wanneer de 'Gender Equality Policy Marker' in het Nederlands vertaald EN gebruikt wordt.
Ireen Dubel - Hivos
Zestien van de 23 leden gebruiken het instrument. Tot nog toe wordt het alleen toegepast op de sectorale budgetten van de bilaterale donoren. Die zijn in zes categorieën onderverdeeld: onderwijs, gezondheid- en bevolkingsprogramma's, andere sociale infrastructuur, economische infrastructuur, productie, multi-sectorale programma's. De budgetten voor noodhulp, schuldenverlichting, algemene budget steun, mulitalerale organisaties en NGO's worden nog niet gescreend. Er is een progressieve trend: een steeds groter deel van de sectorale bilaterale hulp wordt gescreend - in 2005 en 2006 per jaar ongeveer 26 miljard dollar van het totaal 53,8 miljard bilaterale sectoral hulp. Van de 26 miljard dollar werd 8,5 miljard besteed aan activiteiten die gender gelijkheid als expliciete en primaire doelstelling hadden of als belangrijk secundaire doelstelling. Dat laatste zou je gender mainstreaming kunnen noemen. Voor de OECD-DAC in zijn geheel zou dus zo'n 15 procent van de bilaterale sectorale hulp bijdragen aan gender gelijkheids doelstellingen. Over de periode 1999 - 2003 was dit nog 11 procent. Of er inderdaad meer geld naar gender gelijkheid gaat is hiermee nog niet bewezen. Het kan ook zijn dat er meer hulp beter gescreend wordt. In ieder geval was men het er over eens dat peer pressure werkt.
Uit de presentaties van Duitsland en Denemarken tijdens de bijeenkomst bleek dat de 'Gender Equality Policy Marker' ingezet wordt om de gender prestaties van ambtenaren op het Ministerie en de ambassades te beoordelen. Zo worden in Duitsland project aanvragen die negatief scoren op de Gender Equality Policy Marker niet goedgekeurd, maar verplicht doorgestuurd naar de gender afdeling van het Ministerie voor herbeoordeling. In Denemarken wil men verder gaan en ook de hulp aan NGO's en multilateralen screenen met de Gender Equality Policy Marker. Alleen met een volledige nulmeting kan Denemarken het tijdens de CSW uitgesproken voornemen waarmaken om de hulp aan gelijkheid en empowerment te verdubbelen in de periode 2008 - 2010.
Vanaf 2005 wordt ook de specifieke steun aan 'women's equality organisations and institutions' (steun aan vrouwenorganisaties en de nationale machineries) apart vermeld in de categorie andere sociale infrastructuur.
Nederland screent alle sectorale bilaterale hulp. In 2005 en 2006 heeft 29 procent daarvan gender gelijkheid als primaire of secundaire doelstelling. Dit wordt vooral besteed binnen de sectoren onderwijs en gezondheid- en bevolkingsprogramma's. Tien miljoen dollar ging naar vrouwenorganisaties en -instituties. Gezien de voornemens van Minister Koenders, ook verwoord in de verklaring van de Nederlandse regering vandaag, zal Nederland naar verwachting beter scoren in het volgende OECD-DAC rapport.
Ook hier loopt ontwikkelingsamenwerking vooruit op de andere departmenten.
Als het mogelijk is om bestedingen aan gender equality en gender mainstreaming in ontwikkelingshulp te traceren , dan moet dat toch ook mogelijk zijn bij de budgetten van overige departementen, provincies en gemeenten? We zijn benieuwd wanneer de 'Gender Equality Policy Marker' in het Nederlands vertaald EN gebruikt wordt.
Ireen Dubel - Hivos
Comments