Loeky Droesen is bestuurslid van wo=men en programma medewerkster vrouwenrechten bij Aim for human rights.
“Dag 2 bij de CSW, 3 Maart
‘s Ochtends bezocht ik de sessie van de CSW in conference room 2. Er is daar een speciale tribune voor de NGO mensen. Je zit op een afstandje van de grote zaal waar de diplomaten zitten. In je stoel op de tribune zit een plastic schelpje wat je om je oor moet hangen. Na een paar uur zit dat niet lekker maar via het schelpje hoor je de spreker beter en je krijgt automatisch de vertaling. Bij de VN mag je als diplomaat immers kiezen in welk van de officiële VN talen je wilt spreken. Alles wat er wordt gezegd in de conference room, wordt meteen simultaan in alle officiële talen vertaald. Het was druk op de publieke tribune. Pas na een uur staan, kwam er een stoel vrij. Loeky
Marian ter Haar, werkzaam bij NISB en de gekozen Nederlandse Vrouwenvertegenwoordigster bij de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties 2009 schreef het volgende over de ochtendsessie;
“10.00 tot 12.30 uur de officiële bijeenkomst
De 3e maart begint de officiële vergadering met een interactief panel van experts over sleutel initiatieven op het gebied van gelijke verdeling van de verantwoordelijkheden tussen mannen en vrouwen, inclusief die in de situatie waar er sprake is van HIV/AIDS.
Nadat er eerst een aantal huishoudelijke mededelingen worden gewisseld, komen er sprekers aan de beurt. Ik was erg onder de indruk van Marilyn Waring van de AUT University, New Zealand. Haar betrokkenheid bij het thema was in de zaal voelbaar. Ze sprak gedreven. Haar thema was de onzichtbaarheid van het onbetaalde werk van vrouwen. Zorg en huishoudelijke taken komen onevenredig neer op vrouwen en dit werk is behalve ondergewaardeerd, niet gezien, niet gemeten en daardoor onzichtbaar en niet in beeld bij beleidsmakers. De vrouwen die in informele zorg werkzaam zijn worden niet gezien en komen daardoor ook niet voor in voorzieningen die wel bereikbaar zijn voor diegenen die werk doen dat wel telt, gemeten, onderzocht en gezien wordt in beleid en politiek. Zo zijn de onzichtbaren afgesloten van diensten als gezondheidszorg, educatie en hulp. Onbetaald werk thuis of in de community telt gewoonweg niet mee.
Het telt niet dus is het geen werk, lijkt de redenatie te zijn, aldus Marilyn. Het is nog sterker, er kan, omdat het geen werk is, geen sprake zijn van uitbuiting, want het bestaat immers niet. En dat terwijl we weten, want er is onderzoek gedaan, dat de meeste uren gewerkt wordt door vrouwen en onbetaald. Ook onderzoek naar dergelijk onbetaald werk is lastig. Want het blijkt moeilijk te zijn met de standaarden die op ‘normaal’ werk van toepassing de verzorgende taken en opvoeding in beeld te brengen. Daar hebben de onderzoekers en beleidsmakers het erg moeilijk mee. Zeker als het gaat om de zorg bij HIV/AIDS. Voor huishoudelijk werk gelden andere contexten, andere handelingen. Beleidsmakers hebben er moeite mee hun modellen aan te passen..., want hoe meet je nu de arbeid van een meisje dat op haar kleine zusjes en broertjes past terwijl ze haar doodzieke moeder met AIDS verzorgt?
Het zou beter zijn je af te vragen welke kosten er gemoeid zouden zijn met de verzorging als deze niet door naasten gedaan zou kunnen worden. Dan heb je een idee welke kosten bespaard worden. Als je bedenkt dat 80% van de gezondheidszorg in Zuid Amerika door vrouwen thuis geschiedt dan heb je een idee wat dit bespaart.
Verder benadrukt Marilyn dat het feit dat jonge meisjes thuis blijven om de verzorging van familieleden op zich te nemen, een verlies is van sociaal kapitaal en economisch potentieel. En stel dat we er in slagen wel beleid te maken op de verzorgende taken, wat zijn dan de onderwerpen?
Vervolgens somt Marilyn een twintigtal thema’s op die de beleidsvragen weerspiegelen. Wat te doen met onderbroken schoolgaan? Wat te doen met gebrek aan sanitaire middelen, goed water, brandstof, beschikking over condooms? Wat te doen met armoede als gevolg van het onttrekken van mensen aan de arbeidsmarkt, armoede en slecht voedsel, geen ontspanning, geen hulp, traditionele veiligheidssystemen raken doorbroken, etc etc.
Tenslotte houdt Marilyn een pleidooi voor de mogelijkheid de problematiek van onbetaald werk te betrekken op de mensenrechten in deze situatie. De huidige politiek vindt een legitimatie, zo stelt Marilyn, in het niet formuleren van beleid op deze problematiek van het ‘onzichtbare werk’ en daarmee laat ze een onrechtvaardige en discriminatoire situatie voort bestaan.
Een andere opvallende beschouwing kwam voor rekening van Shahra Razavi van de UN Research Institute for Social Development (UNRISD). Ze wil drie vragen aan de orde stellen. Waarom is zorg belangrijk en wie moet dit vooral verzorgen? Welk beleid is geschikt om dit te ondersteunen en tegelijkertijd mannen meer te betrekken? En tenslotte wat is vooral in ontwikkelingslanden raadzaam? Veel van haar verhaal is bekend, interessant was dat ze benadrukte waar vrouwen en meisjes niet meer aan toe komen zichzelf te ontwikkelen, als ze opgeslokt worden door verzorgende taken. Onderwijs hebben ze vaak weinig gehad en voor zichzelf zorgen en zelfvertrouwen ontwikkelen, is er vaak ook niet bij. Dat maakt deze vrouwen en meisjes kwetsbaar en sneller ten prooi aan geweld. De situatie van vrouwen die vrijwillig huishoudelijke taken op zich nemen en voldoende inkomen hebben via hun man is anders dan die van vrouwen met geen of een schamel inkomen. Deze laatste beschikken niet over ontplooiingsmogelijkheden en moeten in slechte omstandigheden hun verzorgende taken vormgeven. Gender en sociaal-economische situatie zijn met elkaar verbonden en hebben consequenties die erg belangrijk zijn. Vrouwen in goede sociaal economische omstandigheden hebben betere middelen, infrastructuur en kunnen hulp in huren. Het is daarom van groot belang beleid te maken op lage inkomens, infrastructuur, water, sanitaire voorzieningen, elektriciteit. Sociale voorzieningen zijn topprioriteit in dergelijke situaties, overheidsmaatregelen op het gebied van zorg zijn van groot belang om werkgelegenheid te geven, de lasten van vrouwen wat te verdelen en om in een vraag naar zorg te voorzien. Maatregelen om de kwaliteit van voorzieningen te garanderen horen daar bij.`Marian ter haar
“Dag 2 bij de CSW, 3 Maart
‘s Ochtends bezocht ik de sessie van de CSW in conference room 2. Er is daar een speciale tribune voor de NGO mensen. Je zit op een afstandje van de grote zaal waar de diplomaten zitten. In je stoel op de tribune zit een plastic schelpje wat je om je oor moet hangen. Na een paar uur zit dat niet lekker maar via het schelpje hoor je de spreker beter en je krijgt automatisch de vertaling. Bij de VN mag je als diplomaat immers kiezen in welk van de officiële VN talen je wilt spreken. Alles wat er wordt gezegd in de conference room, wordt meteen simultaan in alle officiële talen vertaald. Het was druk op de publieke tribune. Pas na een uur staan, kwam er een stoel vrij. Loeky
Marian ter Haar, werkzaam bij NISB en de gekozen Nederlandse Vrouwenvertegenwoordigster bij de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties 2009 schreef het volgende over de ochtendsessie;
“10.00 tot 12.30 uur de officiële bijeenkomst
De 3e maart begint de officiële vergadering met een interactief panel van experts over sleutel initiatieven op het gebied van gelijke verdeling van de verantwoordelijkheden tussen mannen en vrouwen, inclusief die in de situatie waar er sprake is van HIV/AIDS.
Nadat er eerst een aantal huishoudelijke mededelingen worden gewisseld, komen er sprekers aan de beurt. Ik was erg onder de indruk van Marilyn Waring van de AUT University, New Zealand. Haar betrokkenheid bij het thema was in de zaal voelbaar. Ze sprak gedreven. Haar thema was de onzichtbaarheid van het onbetaalde werk van vrouwen. Zorg en huishoudelijke taken komen onevenredig neer op vrouwen en dit werk is behalve ondergewaardeerd, niet gezien, niet gemeten en daardoor onzichtbaar en niet in beeld bij beleidsmakers. De vrouwen die in informele zorg werkzaam zijn worden niet gezien en komen daardoor ook niet voor in voorzieningen die wel bereikbaar zijn voor diegenen die werk doen dat wel telt, gemeten, onderzocht en gezien wordt in beleid en politiek. Zo zijn de onzichtbaren afgesloten van diensten als gezondheidszorg, educatie en hulp. Onbetaald werk thuis of in de community telt gewoonweg niet mee.
Het telt niet dus is het geen werk, lijkt de redenatie te zijn, aldus Marilyn. Het is nog sterker, er kan, omdat het geen werk is, geen sprake zijn van uitbuiting, want het bestaat immers niet. En dat terwijl we weten, want er is onderzoek gedaan, dat de meeste uren gewerkt wordt door vrouwen en onbetaald. Ook onderzoek naar dergelijk onbetaald werk is lastig. Want het blijkt moeilijk te zijn met de standaarden die op ‘normaal’ werk van toepassing de verzorgende taken en opvoeding in beeld te brengen. Daar hebben de onderzoekers en beleidsmakers het erg moeilijk mee. Zeker als het gaat om de zorg bij HIV/AIDS. Voor huishoudelijk werk gelden andere contexten, andere handelingen. Beleidsmakers hebben er moeite mee hun modellen aan te passen..., want hoe meet je nu de arbeid van een meisje dat op haar kleine zusjes en broertjes past terwijl ze haar doodzieke moeder met AIDS verzorgt?
Het zou beter zijn je af te vragen welke kosten er gemoeid zouden zijn met de verzorging als deze niet door naasten gedaan zou kunnen worden. Dan heb je een idee welke kosten bespaard worden. Als je bedenkt dat 80% van de gezondheidszorg in Zuid Amerika door vrouwen thuis geschiedt dan heb je een idee wat dit bespaart.
Verder benadrukt Marilyn dat het feit dat jonge meisjes thuis blijven om de verzorging van familieleden op zich te nemen, een verlies is van sociaal kapitaal en economisch potentieel. En stel dat we er in slagen wel beleid te maken op de verzorgende taken, wat zijn dan de onderwerpen?
Vervolgens somt Marilyn een twintigtal thema’s op die de beleidsvragen weerspiegelen. Wat te doen met onderbroken schoolgaan? Wat te doen met gebrek aan sanitaire middelen, goed water, brandstof, beschikking over condooms? Wat te doen met armoede als gevolg van het onttrekken van mensen aan de arbeidsmarkt, armoede en slecht voedsel, geen ontspanning, geen hulp, traditionele veiligheidssystemen raken doorbroken, etc etc.
Tenslotte houdt Marilyn een pleidooi voor de mogelijkheid de problematiek van onbetaald werk te betrekken op de mensenrechten in deze situatie. De huidige politiek vindt een legitimatie, zo stelt Marilyn, in het niet formuleren van beleid op deze problematiek van het ‘onzichtbare werk’ en daarmee laat ze een onrechtvaardige en discriminatoire situatie voort bestaan.
Een andere opvallende beschouwing kwam voor rekening van Shahra Razavi van de UN Research Institute for Social Development (UNRISD). Ze wil drie vragen aan de orde stellen. Waarom is zorg belangrijk en wie moet dit vooral verzorgen? Welk beleid is geschikt om dit te ondersteunen en tegelijkertijd mannen meer te betrekken? En tenslotte wat is vooral in ontwikkelingslanden raadzaam? Veel van haar verhaal is bekend, interessant was dat ze benadrukte waar vrouwen en meisjes niet meer aan toe komen zichzelf te ontwikkelen, als ze opgeslokt worden door verzorgende taken. Onderwijs hebben ze vaak weinig gehad en voor zichzelf zorgen en zelfvertrouwen ontwikkelen, is er vaak ook niet bij. Dat maakt deze vrouwen en meisjes kwetsbaar en sneller ten prooi aan geweld. De situatie van vrouwen die vrijwillig huishoudelijke taken op zich nemen en voldoende inkomen hebben via hun man is anders dan die van vrouwen met geen of een schamel inkomen. Deze laatste beschikken niet over ontplooiingsmogelijkheden en moeten in slechte omstandigheden hun verzorgende taken vormgeven. Gender en sociaal-economische situatie zijn met elkaar verbonden en hebben consequenties die erg belangrijk zijn. Vrouwen in goede sociaal economische omstandigheden hebben betere middelen, infrastructuur en kunnen hulp in huren. Het is daarom van groot belang beleid te maken op lage inkomens, infrastructuur, water, sanitaire voorzieningen, elektriciteit. Sociale voorzieningen zijn topprioriteit in dergelijke situaties, overheidsmaatregelen op het gebied van zorg zijn van groot belang om werkgelegenheid te geven, de lasten van vrouwen wat te verdelen en om in een vraag naar zorg te voorzien. Maatregelen om de kwaliteit van voorzieningen te garanderen horen daar bij.`Marian ter haar
Comments